Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Maar breng deze tien [20]melkkazen aan de oversten over duizend; en gij zult uw broederen bezoeken, of het hun welga, en [21]gij zult van hen pand medenemen. 20. Dat is, verse kazen, waar men de melk nog kon uitdrukken. 21. Te weten, opdat ik daaruit voorzeker moge afnemen dat gij uw boodschap terdeeg gedaan hebt.